Verenigingen en instellingen

DE DOODE HAND

De gemeente Bergharen heeft al vele jaren een bloeiend verenigingsleven op allerlei gebied. Opvallend uit vroeger jaren daarbij is in dit alles een opgave uit 1934, waarbij instellingen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de belasting van de Doode Hand moesten worden vermeld. Die opgave moest worden gedaan aan de Inspecteur der Belastingen te Nijmegen. De Doode Hand werd zo genoemd, omdat het ging over instellingen, stichtingen, rechtspersonen, e.d., die vrijgesteld waren van het betalen van een aantal belastingen. De belastingdienst moest er rekening mee houden, dat die instellingen e.d. niet mochten warden aangeslagen. Dat gold vooral wat betreft het successierecht. Door de bekende mazen in de wet waren er dan weer rijke families die hun kapitaal in stichtingen overbrachten en bij vererving op die manier onder de betaling van successierechten uitkwamen.

De benaming ‘De Doode Hand’ komt wat griezelig over, maar als troost moge dienen, dat deze wet al lang is verdwenen. Voor de betreffende instellingen zijn natuurlijk wel anderé regelingen getroffen. Het zijn niet alleen verenigingen, maar ook kerken, diaconieën, schoolbesturen, boterfabrieken enz., die men ten dele tegenwoordig niet meer kent.

Hier volgt de volledige lijst:

De Rooms Katholieke Kerk van Bergharen
De Rooms Katholieke Kerk van Hernen-Leur
De Hervormde Kerk van Bergharen
De Diaconie van Bergharen
De Hervormde pastory van Bergharen
De Hervormde kostery van Bergharen
De Vicary van Hernen
De Hervoiside pastory van Hernen
De R.K. Kostery van Hemen
De Tijdelijke Pastoor van Bergharen
De Tijdelijke Pastoor van Hernen
De Tijdelijke Predikant der Hervormde gemeente Hernen en Leur
De Diaconie van Leur
De Diaconie der Hervormde gemeente Leur
De Kostery van Leur
De Hervormde Kerk van Leur
De Hervormde Pastorie van Leur
Het R.K. schoolbestuur te Bergharen
Het R.K. schoolbestuur te Hernen en Leur
Het Bestuur der Christelijke School te Bergharen
De Boerenleenbank te Hernen
De Boerenleenbank te Leur
Afdeeling Bergharen, Hernen en Leur van den Provinciale Gelderschen Boerenbond te Hernen (thans R.K. Boerenbond te Bergharen)
De Christelijke Boerenbond te Leur
De Coöperatieve Zuivelfabriek ‘De Nijverheid’ te Leur
De Coöperatieve Roomboterfabriek ‘De Eendracht’ te Hernen
Afdeling Geldersche Overijsselsche Maatschappij van Landbouw te Bergharen
Bond van Fokvereenigingen en Stierhouderijen in Maas en Waal en het Rijk van Nijmegen te Hemen
Melkcontrólevereeniging Bergharen, Hernen en Leur
Stierhouderij te Bergharen
Stierhouderij te Hernen en Leur
Paardenverzekering te Bergharen
Paardenverzekering te Hernen
Rundveeverzekering te Bergharen
Rundveeverzekering te.Hernen
Varkensverzekering Bergharen, Hernen en Leur
Geitenfokvereniging te Bergharen.

PAROCHIEHUIZEN — DORPSHUIZEN

Verenigingen draaien op leden met een bestuur en hebben een bepaald doel. Zo gaat een voetbalclub voetballen en een visclub vissen. Is er een goede samenwerking tussen verenigingen, dan kunnen ze ook gezamenlijk tot acties komen om daarmee ook een gezamenlijk doel te dienen. Zo is er voor vele verenigingen een onderkomen nodig en daardoor zijn eerst de patronaten of parochiehuizen ontstaan en naderhand de dorpshuizen. In Bergharen is al kort na de bouw van het klooster met kleuterschool en naaischool daarin toneel opgevoerd. Na enkele jaren was er na de verbouwing van het in 1910 gekochte gemeentehuis, schoolhuis en school, ook een zaal in dat gebouw. Er kwam nog meer ruimte toen in 1936 de onderwijzerswoning leeg kwam en in 1952 er ook de school uit ging. Het gebouw verkeerde echter in slechte staat en omdat er behoefte was aan meer ruimte, omdat er meer verenigingen werden opgericht, moest er verbouwd en verbeterd worden. Om aan subsidie te kunnen komen, werd in 1956 een stichting opgericht en het parochiehuis omgetoverd in een dorpshuis, dat niet meer de toegang kon beperken tot leden van de parochie, hoewel dit nooit problemen had opgeleverd. Eind 1958 kwam de verbouw van parochiehuis tot dorpshuis gereed en was iedereen tevreden met zo’n enorme aanwinst. Geleidelijk aan werden er echter meer eisen gesteld en kon ook niet alles blijven zoals het was. Het was tenslotte een oud gebouw uit 1769, dat niet overal kon worden vernieuwd. In 1974 werd het gebouw gerenoveerd en na 10 jaar zal dat weer gaan gebeuren: Vele verenigingen hebben er inmiddels hun activiteiten uit kunnen voeren. In Hemen werden de verenigingsactiviteiten aanvankelijk in de openbare school uitgevoerd, hoewel dit heel beperkt was. Daarnaast hebben altijd de café’s als zodanig dienst gedaan. Na de Tweede Wereldoorlog werd de behoefte aan een eigen gebouw en met name een parochiehuis steeds groter. Een oplossing werd gevonden in de oude boterfabriek, die verbouwd werd tot parochiehuis en kleuterschool in 1949. Ook dat was toen een ongekende rijkdom en het duurde tot halfweg de zeventiger jaren voordat er plannen kwamen om in eerste instantie het parochiehuis met weinig middelen uit te breiden en te vernieuwen. Een onverwachte kans op subsidies en vele acties leidden uiteindelijk toch ook tot een dorpshuis, dat in Herhen ontmoetingscentrum wordt genoemd en behalve goede ontmoetingsruimten in 1980 ook nog een gymzaal kreeg. Nu de gemeente wordt opgeheven, kan er over de voorzieningen hier niet worden geklaagd, want er zijn er nog veel meer met bepaalde mogelijkheden, welke niet in het dorpshuis ondergebracht kunnen worden.

Oude boterfabriek, oud parochiehuis en oude kleuterschool in Hernen

Verbouwde dorpshuis Bergharen 1958

SPORTCOMPLEX

Zo hebben de voetbalclubs Uni (1925) en Hernani (1912) en de tennisvereniging Harava (1962) een gezamenlijk sportcomplex en de voetbalclubs daarnaast nog ieder een oefenveld met ook een eigen kleedruimte. Voetballen is dan wel een volkssport, die niet alleen genot schenkt aan hen, die deze sport beoefenen, maar ook aan de toeschouwers. Met tennissport en hier dan de lawntennis ligt dat wel wat anders, maar die club heeft niettemin 285 leden en daar moet nu eenmaal iets voor gedaan worden en er kwamen 4 banen en een cantine, welke nog uitgebreid gaat warden. Maar het begin werd gemaakt op een partikulier terrein aan de Molenweg, waar nu de gemeentewerkplaats staat. En Uni heeft 150 leden en 11 elftallen en Hernani 180 leden en 13 elftallen in de competitie. Beide clubs spelen in de eerste klasse van de afdeling Nijmegen. Een gedachte, die wel eens leefde om van de twee clubs een te maken en dan misschien sterker te zijn is nog niet verwezenlijkt en zal waarschijnlijk ook nooit gerealiseerd worden. In ieder dorp is duidelijk een bestaansrecht voor een eigen club. Dat dit complex met grote pech op het gebied van de gebouwen en de terreinen, die nu opnieuw worden gedraineerd, wordt achtervolgd, is bekend, maar oplossingen werden en worden er toch steeds weer gevonden.

Opening sportcomplex Schaarweide in 1976. Uitreiking van de sleutels.

HIPPISCH CENTRUM

Er wordt al enkele jaren gezegd en ook terecht, dat de gemeente Bergharen een hippisch centrum is. Geen wonder want hier zijn ondergebracht:

Rijvereniging Hypolitus
Ponyvereniging De Heuvelruiters
Ponyfokvereniging Maas en Waal en Rijk van Nijmegen
Vrienden van het aangespannen paard
Centrum voor Fjordenpaarden Hernen
Hengstenstoeterij te Leur.

Pastoor Tijssen richtte in Bergharen in 1936 de rijvereniging Hypolitus op. Ook deden er enkele ruiters mee uit naburige dorpen. Deze ruiters waren bijna allemaal jonge boeren, die thuis een paard hadden, dat ook voor de ploeg en voor de kar werd gezet. Dat kon natuurlijk moeilijk een zware Belse knol zijn. Er werd uitgezien naar meer luxe paarden en hitten. De ruitersport werd steeds meer georganiseerd. Dressuurproeven, springconcoursen en terreinritten gingen er bij horen en de belangstelling er voor werd steeds groter. In het begin van de zeventiger jaren kwam er ook bij de jeugd meer belangstelling voor de paardensport en werd de ponyvereniging ‘De Heuvelruiters’ opgericht en de uit het buitenland ingevoerde kleinere paarden werden rijpaarden voor de jeugd. Het aantal leden steeg zo snel, dat er tijdelijk een ledenstop werd ingevoerd, maar dat werd toch weer vrij spoedig opgelost. Ook deze vereniging ging concoursen houden en deed mee aan behendigheidswedstrijden, waarin zij een aantal jaren behoorde tot de absolute top van de streek. Het is nu wat afgezwakt, maar in samenwerking met Hypolitus blijven de jeugdige ruiters actief bezig.

Paarden en koetsen bij ieder evenement present.

RIJHAL

De nieuwe rijhal in Bergharen.

Dit had tot resultaat, dat uit beide verenigingen een stichting werd opgericht onder de toepasselijke naam Stichting Rijhal met het duidelijke doel een overdekte rijhal te bouwen om ook bij slecht weer te kunnen oefenen en te genieten van de paardensport. Tot nog toe was het behelpen met de buitenmaneges op Schaarweide en aan de Elzendweg, terwijl enkelen er wat geld aan waagden en gingen trainen in een manege elders. Aanschaffing van een veewagentje, dat achter de luxe wagen was te vervoeren, ging bij velen tot de financiële mogelijkheden beho¬ren. De jeugdruiters trokken van huis naar de manege wel op de ruggen der paardjes langs de wegen door de bermen. Ruiterpaden ontstonden op deze manier en werden zelfs uitgezet op de berg, zodat het oefenterrein zich op alle mogelijke manieren uitbreidde. De ruitersport kwam er steeds meer in, maar gezegd moet ook warden, dat de ruiters bij allerlei gelegenheden ook ter opluistering aanwezig waren. De rijhal was niet meer uit de gedachten van de stichting te bannen. Er werd een plan gemaakt voor het terrein van de buitenmanege aan de Elzendweg tegen de berg aan, maar dit plan sneuvelde tegen dit natuurgebied aan. Het volgende plan om de rijhal op Schaarweide te bouwen ging bij de stichting zelf ten onder, omdat er onvoldoende ruimte was. Het derde plan naast het oefenveld van Uni slaagde en dit jaar is gestart met de bouw en de voltooiing is nabij. Onvoorstelbaar en ongekend groot is daarbij de inzet geweest van het paardenvolk, dat in groten getale in vrije tijd op kwam om de rijhal er neer te zetten en af te werken en zodoende een kapitaal aan kosten te besparen. Op deze manier alleen was succes in deze onderneming verzekerd. Bergharen centrum van de paardensport, is daarmee ook. bewezen. Ook de ponyfokvereniging heeft haar zetel in Bergharen en houdt hier ieder jaar een ponykeuring van Shetlanders, die al jaren lang de hele streek bevolken en zelfs een aantal jaren ook financieel gouden tijden brachten voor de eigenaren. Het is nu heel wat minder geworden, maar een driehonderd keuringen op een dag bewijzen toch wel, dat de belangstelling blijft bestaan. Ook aan deze vereniging kan de rijhal in de toekomst goede diensten bewijzen. Een nieuwe loot aan de hippische stam verscheen in 1979 uit de nostalgie. De oude koetsen werden weer voor de dag gehaald en na eerst met de Betuwe één geheel gevormd te hebben, was er in 1979 voldoende levensvatbaarheid in het land van Maas en Waal voor de vrienden van het aangespannen paard, die – hoe kan het zo onderhand ook anders – hun zetel ook in Bergharen vestigden. En in het Polderlandschap passen de verschillende rijtuigen en de zwart gehoede koetsiers bijzonder goed. En de bruidsparen en zelfs Sinterklaas laten zich maar wat graag in de koetsen vervoeren. In meer dan twintig jaar is in Hernens Molenhoek een fjordenpaardencentrum opgebouwd, hetgeen ook heeft geleid tot een jaarlijkse keuring in hartje zomer in de schaduw van de molen. Ook hier wordt het show-element niet geschuwd. De speelsgewijs opgeleide jeugd met de makke paarden kwamen tot steeds betere resultaten en Ome Wim Derks met zijn voltige groep trad al op vele plaatsen op. Koets en tweespan passen best in bos en veld. En de weg naar de rijhal hebben ook deze paarden al gevonden. De nieuwste uitbreiding van het hippisch gebeuren in de gemeente Bergharen is te vinden aan het Hazenpad in Leur aan de rand van Wijchen: een hengstenstoeterij. Weliswaar op commerciële basis, maar wel van belang voor de paardensport. Zelfs is daar een kleine rijhal met deskundige leiding er bij, die aan particulieren toch goede diensten kan bewijzen.

Boven v.l.n.r.: Valentine van Haren, Bianca de Klein, Jessica van Haut. Onder v.l.n.r.: Nellie Banken, Hera Banken, Iuul Spiertz, Cecile Spiertz, Isis Klein, Claudia de Klein; verder het paard Omiek, Wim Derks en burgemeester Teijssen.

MOTORCROSS

Op de buitensport zijn ook aangewezen de motorcrossrijders van de Zandduivels. Motorsport en met name de cross-sport heeft in 1955 op de Bergharenseberg haar intrede gedaan, toen de M.A.C. Maas en Waal hier de berg als een ideaal terrein had ontdekt en het meteen gebombardeerd werd tot de vondst van het jaar en een van de mooiste cross-terreinen van ons land. Al gauw werden er ook interna¬tionale wedstrijden verreden en meermalen zelfs de strijd om het wereldkam¬pioenschap in verschillende klassen. Zelfs Japanners en Russen kwamen in het losse zand hun krachten meten met de Nederlandse cracks. Toeschouwersaantallen van 25 á 30.000 werden bereikt. De gehele bevolking leefde mee en een paar verenigingen pikten er ook wat van mee in verband met de stallingen en consumptieverkoop. In het begin van de zeventiger jaren kwam er echter weerstand tegen de crossers vanwege vernieling van de natuur. Intussen daalde het toeschouwersaantal en was er de plaatselijke motorcrossclub de Zandduivels opgericht, die echter nog geen toegang tot het grote crossterrein kreeg. Aanvankelijk werd gereden op een terrein vlak bij de dorpskom en vervolgens toch op de berg bij Toonen Dekkers. In 1975 wonnen de Zandduivels de strijd om het gebruik van het grote crossterrein en de M.A.C. Maas en Waal is toen al gauw met de wedstrijden gestopt. De Zandduivels gebruiken nu beide terreinen. Dat van Toonen Dekkers tweemaal per week als oefenterrein en het grote terrein twee keer per jaar voor kampioenschappen en internationale wedstrijden. Ook Bergharense rijders behaalden intussen landelijke overwinningen en met name het zijspanduo Schrijver-van Hout. Op aandrang van het Milieufront en andere soortgelijke instanties wordt voor het behoud van het natuurschoon al enkele jaren gezocht naar een vervangend terrein voor de gehele streek en het Recreatieschap is bezig met plannen in de buurt van het recreatieobject de Groene Heuvels. Zolang dit niet rond is, lijkt het er op, dat de crossers hier nog niet verdwijnen. Het standpunt van het gemeentebestuur is de laatste jaren steeds geweest: Verdwijnen uit het natuurgebied? Ja, maar dan eerst een ander terrein. Een ander crossgebeuren is het fietscrossen, dat hier al werd beoefend op de berg en nabij het Hernens bos in 1961. Er was zelfs een fietscrossclub opgericht, maar die was na een paar jaar ter ziele. De laatste jaren is het fietscrossen sterk opgekomen en ook Bergharense jongelui zagen er wel ‘brood’ in. Er was sterk fietsmateriaal in de winkels te koop en op vele plaatsen werden fietscrossbaantjes aangelegd. Bergharen had al gauw zijn eerste successen door Pierre van Zuijlen uit de Hoekgraaf, die al een paar maal zelfs Europees kampioen en ook nog vijfde bij de wereldkampioenschappen werd. De aanleg van een fietscrossbaantje zowel in Hernen als in Bergharen kon niet uitblijven al bestaat dan nog geen officiële vereniging en zijn de crossers aangesloten bij Nijmegen, Wijchen of Druten.

Motorcoureur Broer Dirkx uit VaLkenswaard vierde vele triomfen in het Bergharense rulle zand.

Pierre van Zuijlen met nr. 450 samen met de Amerikanen tijdens de wereldkampioenschappen

KORFBAL

Fortuna ’74 heet de dameskorfbalclub, die zowel aan binnen- als buitensport, doet, nu al tien jaar. Deze vereniging is van het ene jaar in het andere naar hogere klassen gestegen en behaalde in 1983 het landskampioenschap bij het zaalkorfbal. In het veldspel werd ook de hoofdklasse gehaald, doch nu hebben de dames die weer prijs moeten geven. Fortuna heeft een terrein van de gemeente gehuurd nabij de gymzaal en maakt ook van de gymzaal zelf gebruik voor trainingen. Toen de hoofdklasse werd bereikt, werd het terrein te klein en na vele wederwaardigheden zoals bezwaren van natuurvrienden werd toch eindelijk toestemming gegeven om een gedeelte van het aangrenzende bosje van de Leurse Baron van Verschuer te rooien en bij het terrein te trekken. Dit terrein wordt ook gebruikt voor de schooljeugd voor buitengymnastiek en o.a. voor muziekfeesten.

VISSEN

Hengelsportvereniging Ons Verlangen werd opgericht op 1 mei 1956 tijdens een bijeenkomst van sportvissers in het parochiehuis in Hernen. Als naam werd Ons Verlangen gekozen, omdat de vissers het verlangen koesterden met een visclub meer kansen te krijgen om viswater te huren en met name ging het hier om de Hernense Meer, een visrijk water in een prachtig natuurgebied. Dit is nooit gelukt. Het water is meestal in pacht gegeven aan een of meer vaste huurders, die dan wel dagvergunningen uit konden geven, maar de eigenaar: de stichting Vrienden der Gelderse Kastelen en later Gelders Landschap, hadden meer zorg over het behoud van dit natuurgebied dan over de vissers. Te veel werd gedacht aan het risico, dat onder het grote aantal vissers ook wel stropers zouden huizen, die het viswater dan als overloop zouden gebruiken naar een geschikt stroopterrein in het Hernense bos. De visclub is daar nooit tevreden mee geweest en kijkt ook nu nog verlangend uit naar de dag, waarop de Meer aan Ons Verlangen wordt verpacht. Wel kwam het viswater van het polderdistrict en met name de weteringen en A-watergangen in handen van deze en de, andere visclubs in de streek, doch hieraan is een enorm gevecht vooraf gegaan.

Links: Visclub Ons Verlangen had een eigen fotograaf: Piet van Wijk.
Rechtsboven: Ook visconcoursen voor dames werden in de Wetering gehouden. De spanning was meestal groter dan de vangst.
Rechtsonder: Een trotse jeugdkampioen met het viswater achter zich.

Toen het landelijke vispaspoort werd ingevoerd is getracht het gehele water vrij te krijgen en in dit paspoort op te nemen, maar dit stuitte weer op het looprecht over de gronden langs het water en dat kon lang niet overal worden verkregen. Momenteel is het zo, dat de visclub zich niet of weinig met dit viswater bemoeit, omdat het polderdistrict zelf de vergunningen uitgeeft aan iedereen, die er maar een wil hebben. Wel wordt voor concoursen gebruik gemaakt van de weteringen, maar eveneens van de Maas en dat dank zij weer een zustervereniging in Wijchen, Altijd Tevreden, en de toestemming van de federatie de Eendracht, waarbij Ons Verlangen is aangesloten. Er zijn tijden geweest, dat de visclub meer dan 600 leden had doordat deze de vergunningen van het polderdistrict uit gaf. Nu ligt het ledental rond de 75. De club is actief op het gebied van allerlei wedstrijden en gerenomeerde vissers in de club doen regelmatig mee aan landelijke wedstrijden en niet zonder succes. Als sportcafé voor de vissers heeft de Tolbrug in Bergharen vanaf het begin goede diensten aan de vissport bewezen.

VOLLEYBAL

Weliswaar opgericht eind 1957 in Herhen en daar ook zetelend kan toch iedereen in de gemeente lid worden van de volleybalvereniging Hurry Up. Ook vóór de oprichting van die club werd er al wel gevolleyd, maar dat gebeurde onder de vlag van de jonge boerenstand en boerinnenbond. Op het voetbalveld van Hernani werd getraind en bij slecht weer was de schuur van Wim de Klein beschikbaar. Voor wedstrijdsport was de Sportzaal in Druten en later in Wijchen aangewezen. De gymzaal in Bergharen werd na gebruik van de gymzalen bij een paar scholen in Wijchen in 1973 in gebruik genomen. Toen echter de Mijlpaal in Hemen gereed kwam, werd de gymzaal in dank aanvaard en zelfs werd in 1981 door de volleybal-bond toestemming gegeven om daar competitiewedstrijden in te spelen tot en met de 2e klasse. Aanvankelijk is de club begonnen met alleen herenteams maar in 1960 kwamen ook de dames aan bod. Jaarlijks organiseert Hurry Up ook buurtvolleybal en nu is ook ontdekt, dat Bergharen daaraan mee kan doen.

TAFELTENNIS

In Bergharen zetelt Smash ’76 in het dorpshuis met een ledental van ongeveer 40, waarbij in de competitie 5 jeugd- en 2 seniorenteams mee spelen. De vereniging is lid van de zogenaamde Maas en Waal wilde bond. Vanwege de gladde vloer is de zaal niet erg geschikt en er wordt naar een betere oplossing gezocht.

BILJARTEN

Biljarten is duidelijk een binnensport en bij voorkeur in een café. De Bergharense club, De Vriendenkring, die op 1 oktober 1964 is opgericht, kreeg aanvankelijk onderdak in café Max Coppes, dat nu is omgebouwd tot garage. De zetel is in 1975 overgeplaatst naar de Tolbrug. In Hernen is er momenteel rust onder de biljarters althans in verenigingsverband. De liefhebber komt in café van Thiel toch aan zijn trekken en de bejaarden hebben een eigen biljart in de Mijlpaal.

MUZIEK EN ZANG, FANFARE EN DRUMBAND

Een fanfare, St. Anna genaamd, uit 1952 en een drumband uit 1960, aanvankelijk alleen damesdrumband. Deze muziekvereniging is uit de dorpsgemeenschap niet meer weg te denken. Bij allerhande festiviteiten is zij present. De repetities worden hoofdzakelijk in het dorpshuis in Bergharen gehouden. Tijdens haar bestaan zijn er talloze concoursen en festivals georganiseerd en zelfs boerenkapellenconcoursen. ’n Paar jaar trad uit de fanfare dan ook een boerenkapel op. Ook de hofkapel van de carnavalsvereniging komt hieruit voort. De muziekvereniging wordt gedragen door de bevolking, die altijd royaal geeft tijdens de jaarlijkse donateursaktie. Regelmatig worden er ook andere aktiviteiten georganiseerd om de dure instrumenten en uniformen te kunnen bekostigen. Van het begin af aan heeft de gemeente ook rijkelijk kunnen subsidiëren en zijn de meest gunstige normen toegepast.

De oprichtingsfoto van de Fanfare St. Anna in 1952 op de Kapelberg.

ZANGKOREN

Jarenlang had de Protestant-Christelijke Vrouwenvereniging in. Bergharen een gerenomeerd zangkoor. Jammer genoeg bestaat dat koor niet meer, maar wel is een aantal leden overgestapt naar het Batenburgse koor, dat steeds meer triomfen viert. Bergharens en Herhens parochie St. Anna en St. Judocus hebben ieder een ge-mengd koor, dat zowel de gregoriaanse, meerstemmige als gewone Nederlandse zangen verzorgt. Wekelijks is er repetitie om op peil te blijven en nieuwe gezangen in te studeren. Beide koren kunnen nog beschikken over een dirigent, terwijl de organist samen wordt gedeeld. Bergharen heeft daarnaast een jongerenkoor, dat eveneens wekelijks repeteert met eigen dirigent en organist en een of twee maal per maand ook de kerkelijke gezangen verzorgt. Ook treden zij nog al eens elders op in parochies, bejaardentehuizen en ziekenhuizen.

Ook de boerenkapellenconcoursen waren erg in trek (1956). Vóór het gemeentehuis o.a. sekretaris Schilleman, Wim van Buren, wethouder Klaassen, burgemeester van Elk, een jurylid, direkteur Nol Tromp, wethouder van Summeren, M. Tax, voorzitter Teijssen, sekretaris van Gelder (thans laatste burgemeester en sekretaris van de gemeente).

BOEREN EN BOERINNEN

Boerenbond, jonge boerenstand, Gelderse Maatschappij van Landbouw en Jong Gelre leveren de vertegenwoordigers van de boerenstand. Het zijn standorganisaties, die opkomen voor de boeren en hier al vele jaren bestaan en nog aktief werken. De Boerenbondheeft zelf een eigen pakhuis ten gerieve van de leden, maar ook van iedereen, die meent om het voordeel bij de Boerenbond te moeten kopen. Pakhuizen zijn er in Bergharen en in Herhen. Het eerste pakhuis werd daar in 1916 gebouwd, maar moest wijken voor Rijksweg 75. Al vele jaren wordt er aan schaalvergroting gewerkt, doch tot nog toe is het gelukt zelfstandig te blijven. Waar de gemeente nu echter voor staat n.l. een samenvoeging, daaraan menen ook de Boerenbonden op korte termijn niet te kunnen ontkomen. Boerinnenbonden ontstonden veel later, wel bijna 30 jaar na de boerenbonden. In 1930 werden ze in Bergharen en Hernen-Leur opgericht. Vrouwenemancipatie is toen min of meer begonnen al werd er toen nog nauwelijks over gesproken. Het waren toen ook bijna uitsluitend boerenvrouwen, die lid werden. Dat duurde zo tot de oorlog. Daarna werd het aantal boerenvrouwen steeds kleiner en werden ook niet boerinnen toegelaten. Deze bonden zijn belangrijke plaatsen in gaan ne¬men in de dorpsgemeenschappen. Ze hebben zich voor vele zaken ingezet, op allerlei gebied kennis verworven, cursussen gevolgd, die waar nodig ook ten goede kwamen aan de bedrijfsvoering. De namen werden veranderd in Katholieke Vrouwen Organisatie en Plattelandsvrouwen. De werkwijze is wat anders geworden, maar het doel is gebleven. Actief is vooral ook Jong Gelre, dat hier zetelt, maar in feite leden heeft uit de gehele streek onder de protestante bevolking. Deze groep speelt vooral ook toneel-en is de voorbereiding aan het treffen voor het houden van een agrarische beurs in Bergharen in 1984.

WERKLIEDENBOND

Een duidelijke naam voor mensen in loondienst zo’n 60 a 70 jaar geleden. Hun getal begon te groeien, want als zelfstandige was er nauwelijks iets te verdienen. De lonen waren echter ook erg laag en er moest hard voor gewerkt worden. Sociale zekerheid was er bijna niet en daarom gingen ze zich verenigen. Jarenlang hebben ze b.v. gezamenlijk de steenkool ingekocht. Na de oorlog veranderde de naam en werden er fusies aangegaan. Het aantal leden daalde. De bond zette zich toch wel in. De contributie steeg hierdoor en zo profiteert de ene van de betaling van de andere. Acties als stakingen zijn hier in de dorpen nauwelijks voorgekomen, maar vooral in vroeger jaren kon wel worden geprofiteerd van wat de vakbonden in de loop der jaren hadden bereikt. Met onderhandelingen was meer te bereiken dan met stakingen. Zo is het heden ten dage nog.

JEUGD

Rivo Torto, Rommelpot, In Votis zijn de huidige namen van de jongerengroepen. De Katholieke Plattelandsjongeren, de Kajotters, de Verkenners, we kennen ze nauwelijks nog. Op een andere manier wordt nu de jeugd opgevangen en steeds blijven er mensen, die er zich voor inzetten. De doelstellingen verschillen dan wel en ook de werkwijze. De jeugd van 18 van vroeger is nu de jeugd van 14. De patronaten uit de dertiger jaren met toneel, kaartspel, sjoelen, zijn nu de disco’s. De belangstelling is veranderd. De mogelijkheden verruimd. Vervoer brengt de jeugd naar andere plaatsen waar ze nieuwe ervaringen opdoet. De Kerken hebben er minder vat op gekregen. Voor de schooljeugd werken vooral de Rommelpot en Rivo Torto, die als hobby-clubs met 60 à 70 leden ieder de kinderen handwerk aanleren. En de kindervacantiecomité’s van Bergharen en Hernen-Leur bemoeien zich nog afzonderlijk met vacantiedorpen, die plaatselijk jaarlijks worden opgericht.

BEJAARDEN

Oudjes, ouden van dagen, bejaarden: de woorden worden telkens vernieuwd. Nu spreekt men al weer over welzijn ouderen om niet te veel nadruk te leggen om het oud-zijn, het uitgeschakeld-zijn. Voor de oorlog werd er niets voor deze groep gedaan en na de oorlog werden de bejaardenbonden opgericht. Er volgden uitstapjes, kaartmiddagen, zelfs gymnastiek en dansles. De bejaarden moesten inhalen wat zij vroeger te kort kwamen. Ze kregen de bejaardenpassen, mochten voor half geld reizen en met grote reducties naar toneel, film enz. Er werd zelfs een Stichting Bejaardenwerk opgericht met een plaatselijk werkverband ter begeleiding. Subsidies kwamen los voor zaalhuur, cursussen, ontspanning. Ze werden als het ware in de watten gelegd. Het is al weer jaren geleden, dat er werd gezongen: ‘lk heb eerbied voor jouw grijze haren’ en dat is verder in de praktijk uitgewerkt. Ook de bejaardenwoningen en bejaardentehuizen verrezen als paddestoelen uit de grond. Doch zolang mogelijk op je eigen stekje blijven spreekt de dorpsmensen nog het meest aan.

ORANJECOMITE’S

De jeugd tijdens één der Oranjefeesten bij het gemeentehuis. Op de achtergrond de boerderij van J. v/d Aa.

Bergharen, Herhen en Leur kennen ze sinds de oorlog allebei. Ze werden opgericht om de bevrijdingsfeesten in 1945 in goede banen te leiden. Jaarlijks ging dat terugkomen op de verjaardag van de Koningin met feesten voor jong en oud. Ook werd gecombineerd met het bevrijdingsfeest en de dodenherdenking. Met medewerking van fanfare en drumband was er ook ieder jaar een aubade bij het gemeentehuis. Het ziet er naar uit, dat dit afgelopen is.

TONEEL

Toneelvereniging de Gezelligheid Bergharen begon in 1920 met het eerste toneelspel in de kloosterschool. Het waren alleen maar mannen, die toneel speelden en ’s middags was er een uitvoering voor de dames en ’s avonds voor de heren. Gemengd bezoek was niet toegestaan en een gemengde toneelvereniging nog minder. Dat duurde zo tot de oorlogsjaren. Hetzelfde speelde zich af met de toneelvereniging Tavenu in Hemen in de school. Bij uitbreiding van de school, midden in het dorp rond de twintiger jaren werd er door de Hernense raadsleden zelfs op aangedrongen, om dusdanig te bouwen, dat er bij een toneeluitvoering gebruik kon worden gemaakt van twee lokalen. Hernen heeft het daar tot in 1949 mee moeten doen, terwijl Bergharen eerder aan zijn trekken kwam doordat in 1936 het schoolhuis vrij kwam. Tavenu is al een aantal jaren van het toneel verdwenen en van de Gezelligheid, die na meer dan tien jaren rust weer op gang kwam, gaan momenteel weinig aktiviteiten uit. In de oorlog was het toneelspelen verboden, tenzij de vereniging was aangesloten bij het z.g. ‘Kulturkampf’ en daar voelde men hier niets voor. Na de oorlog werd er weer met veel elan begonnen en kreeg de vereniging een uitstekende naam. Toneel werd er ook gespeeld door de jonge boeren, als een onderdeel van hun aktiviteiten, zowel in Herhen als in Bergharen. De jonge boerenstand in Bergharen, die een paar jaar samen met de arbeidersjeugd opereerde, is al weer enkele jaren ter ziele. Sinds een jaar of vijf bestaat hier de toneelgroep Trammelant, die begonnen is met wagenspelen en nu jaarlijks rondtrekt door een aantal dorpen om daar hoofdzake-lijk dergelijk soort spelen te brengen. Er zijn nog al wat bekende toneelspelers uit andere dorpen bij aangetrokken, hoofdzakelijk jongeren, die hun eerste stappen op toneelgebied hebben gezet bij een al lang bestaande plaatselijke toneelvereniging. Grote bekendheid kreeg vooral de Gezelligheid bij het opvoeren van enkele openluchtspelen onder regie van Henk Kramer uit Nijmegen in de vijftiger jaren. Na aanvankelijk met ‘Bernadette’ gespeeld te hebben op een terrein op de Kapelberg, werd een openluchttheater -opgebouwd in het bos van Victoria Vesta, compleet met een vijver. De risico’s in de openlucht werden echter te groot en het open¬luchtspel werd vaarwel gezegd. Van tijd tot tijd herleeft het toneelspel, dat hier b.v. van 1962 tot 1977, vooral door de T.V. in Bergharen, een rustperiode meemaakte. De vele andere mogelijk-heden van ontspanning werken ook niet mee aan een volledig herstel, maar de ouderen denken met weemoed terug aan de jaren van vóór de oorlog, toen toneel een van de weinige ontspanningsmogelijkheden in de winter is geweest.

Toneelvereniging De Gezelligheid achter het klooster in de twintiger jaren met zittend in het midden pastoor Huijbers.

CARNAVAL

In januari 1972 werd er nog geschreven, dat Bergharen, Hernen en Leur nog maar heel bescheiden meededen aan de viering van carnaval. Toch hield de K.W.J. (Katholieke Werkende Jongeren, ook Kajotters genoemd) van Bergharen eind januari een succesvolle middag voor de jeugd en trok zelfs in optocht naar buiten. Op 11 februari hield de K.V.O. van Hernen met de mannen en enkele genodigden in het parochiehuis een carnavalsavond. Als verrassing kwam toen op eigen gezag de rijmende prins Thé d’n Urste te voorschijn. Hij noemde zich ‘Grootvorst van Bankhoeve tot Piekenbroek’, ook ‘Baron van de Vuilikenhoek’ en ‘Ridder van de Franse Cognac’. De burgemeester, die als boer was uitgenodigd, benoemde hij ‘Ereclown van de Schuivers’. De prins kreeg toen de ‘sleutel van de kiepenfarm’ uitgereikt. Een echte carnavalsvereniging werd opgericht op initiatief van de Middenstandsvereniging op 11 januari. 1973. Het eerste prinsenbal werd gehouden in de zaal van de Tolbrug op 23 februari 1973. Toen werd ook de naam onthuld. Daarvoor was een prijsvraag uitgeschreven en er was een politieman voor nodig, om die uit te denken en er de volgende uitstekende verklaring voor te geven. ‘Ergens nabij de Nieuwe Wetering lag in het verleden een scheidingslijn welke de begrenzing was van het gebied der ‘Eenden’ en de ‘Kippen’. Ieder van deze groepen leefde in zijn eigen leefgemeenschap en men kwam maar nauwelijks de scheidingslijn over. Eén ding hebben ze echter altijd gemeenschappelijk gedaan namelijk het soppen van de wurmen in de Wetering. Daarbij bleef ieder dan wel op z’n eigen oever, maar… de Wetering was ondeelbaar en daarom deed men er samen mee. De tijden zijn enigszins aan het veranderen. De Wetering heeft niet meer de kwaliteit uit het verleden maar… op de grens van beide gebieden ontstond een tempel waar… hoe zou het anders kunnen… GESOPT kan worden. Als men dit soppen maar lang genoeg volhoudt, dan is dit een kwalijke zaak voor de wurmen. Mag ik tenslotte opmerken, dat een GESOPTE WURM een smakelijk gerecht is voor KIP en EEND en dat die diertjes het over dat onderwerp zodanig eens zijn, dat daarover geen ruzie kan ontstaan??? DAAROM mijn voorstel…

‘DE WURMENSOPPERS’

Achtereenvolgens werden de volgende prinsen gekozen:

<Lijst van prinsen>

Er was en is een actief bestuur, een Raad van Elf, een hofkapel, dansmariekes, een paar jaar zelfs hofdames. Het Maas en Waals buutreednersconcours wordt hier steeds gehouden en buutreedners van formaat uit eigen geledingen hebben het al¬tijd goed gedaan. Ook de jaarlijkse carnavalsoptocht heeft een uitstekende naam in de streek. De vereniging schenkt vooral ook aandacht aan de jeugd – er waren ook al vaak jeugdprinsen – aan de zieken en aan de bejaarden. Bij herhaling is naar voren gekomen, dat de bejaardenmiddag tot het gezelligste onderdeel van het carnavalsfeest behoort.

ZONNEBLOEM

Nadat de Zonnebloem, een vereniging, die werkt voor het welzijn van zieken, hulpbehoevende bejaarden, gehandicapten en eenzamen, aanvankelijk heeft gewerkt onder de vlag van de Wijchense afdeling, is in 1980 hier een eigen afdeling opgericht. Er is voortvarend te werk gegaan met allerlei acties, om de meest noodzakelijke kosten te dekken. Sinds 1981 is er jaarlijks een tentoonstelling met verkoop van de gemaakte goederen. Daaraan werken wekelijks groepen zowel uit Herhen als uit Bergharen. Daarnaast wordt meegewerkt aan de Sinterklaasactie ‘Zon in de schoorsteen’, er worden kerststukjes gemaakt en bezorgd en eind oktober chrysanten verkocht, om weer wat voor de zieken te kunnen doen. Regelmatig worden de zieken bezocht in ziekenhuizen, verpleeghuizen en ook thuis. De jaarlijkse ziekenzorg wordt mede opgezet in landelijk verband. Er wordt meegewerkt aan bootreizen voor zieken en tenslotte wordt getracht de gezonde mens meer te laten doen voor de zieke. De Zonnebloem, oorspronkelijk een katholieke vereniging, werkt zonder onderscheid van geloof of godsdienst.

E.H.B.O.

Vóór de Tweede Wereldoorlog zijn er van hogerhand uit wel stappen ondernomen om te komen tot de oprichting van een vereniging op het gebied van het reddingswezen. In 1934 moest de gemeente b.v. aan de Koninklijke Bond van het Red¬dingswezen en E.H.B.O. ‘Het Oranje Kruis’ te Zaandam een negatief bericht daarover zenden. Sinds augustus 1952 zijn echter ook hier de mensen met de tassen aan hun schouders, het koffertje in de hand en de brancard onder en de band om de arm een heel gewone verschijning. Zij vangen de eerste klappen op. Jaarlijks zijn er cursussen en iedereen kan gemakkelijk zo’n opleiding volgen. Bij vele evenementen zijn de E.H.B.O.-ers present en daarbij zijn vooral van belang de wat riskante sporten als auto- en motorcrossen. Op een paar plaatsen in de gemeente zijn E.H.B.O.-posten en nooit zal tevergeefs een beroep op leden worden gedaan.

WIT GELE KRUIS

Voordat in 1938 een afdeling van het Wit Gele Kruis in deze gemeente werd opgericht, waren de mensen bij ziekte aangewezen op hulp van huisgenoten, familie-leden of buren en bij bevalling kon de baakster, naast de huisdokter, de nodige hulp verlenen. Sinds 1910 waren ook de plaatselijke kloosterzusters actief met hulpverlening waar dat mogelijk was. Het was allemaal goed bedoeld en ook 1meestal met veel liefde en inzet gedaan, doch de voortschrijdende medische wetenschap eiste meer deskundigheid. Geneeskundige zorg kwam binnen ieders, bereik door de ziekenfondsen en daar kon het Wit Gele Kruis en op andere plaatsen het Oranje en Groene Kruis nog belangrijke hulp aan toevoegen met als tegenprestatie een lage contributie. Deze contributie werd in 3 klassen naar vermogen en inkomen ingedeeld. Dat viel niet altijd in goede aarde, maar het systeem heeft toch nog een groot aantal jaren gedraaid. De plaatselijke wijkzuster was en is de spil waar de gehele verzorging om draait. Zij heeft enerzijds contact met de dokter en anderzijds met de zieken. De hoofdzaak was aanvankelijk verpleging en maatschappelijke gezondheidszorg, maar er zijn intussen vele taken bij gekomen, zoals de zorg voor (aanstaande) moeder- en kind, waarvoor na de oorlog ook kraamverzorgsters werden opgeleid, die tevens het huishouden verzorgden. Ook de zuigelingen- en kleuterzorg met de consul-tatiebureaus en uitzending van zwakkere kinderen naar vakantiehuizen gingen tijd vergen. Er is rheuma-tuberculose- en kankerbestrijding, revalidatie en nazorg. Er zijn feitelijk thans geen ziekten meer te noemen, waarbij niet de zuster van het Wit Gele Kruis is betrokken. Ook na de reorganisatie van het Kruiswerk, ’n paar jaar geleden, is toch de wijk-zuster de centrale figuur gebleven. Moesten er vroeger met veel moeite wat vrije uurtjes worden verzameld, daarvoor is nu een duidelijke weekendregeling getroffen. Een van de grote wensen en tegenwoordig ook eisen van een Kruisvereniging is een eigen wijkgebouw. Daarvoor kreeg de plaatselijke afdeling, waartoe niet alleen Bergharen, Herhen en Leur behoorden, doch ook Horssen, de kans in 1955, toen het gemeentehuis werd overgeplaatst. Bij de oprichting was samen gegaan met Horssen, om gemakkelijker twee wijkzusters te kunnen aantrekken en om de ver-vanging – zij het beperkt – goed te kunnen regelen. Burgemeester Luske, die burgemeester was van beide gemeenten, was hierin de grote promotor. Hij werd overigens ook voorzitter. Het wijkgebouw, dat voor een symbolische prijs van f 1.000,- van de gemeente werd overgenomen. Verbouwing was noodzakelijk, maar zowel van de Provincie als van de Gemeente werd hiervoor een renteloos voorschot van f 10.000,-, totaal dus f 20.000,- verkregen. Op 2 juni 1956 werd het gebouw ingezegend en geopend. De zuster van het Wit-Gele-Kruis ging er wo¬nen en de dokter hield er spreekuur en consultatiebureau, dat tot nog toe was ondergebracht in het klooster. Horssen had echter in dit gebouw onvoldoende vertrouwen en vreesde daardoor meer als een aanhangsel te worden beschouwd. Het risico zat er misschien wel in, dat beide zusters in het wijkgebouw gehuisvest zouden worden. Er was geen redden meer aan, Horssen werd zelfstandig. De geknakte onderlinge verhouding is echter, dankzij de wijkzuster, al lang weer hersteld in een goede relatie. Ieder heeft nu zijn eigen onderdak en door de centralisatie een groot magazijn elders.

HIER EN GINDER

Een missiethuisfront en een maandblad, een contactblad zoals de naam al aangeeft. Contact tussen HIER en GINDER. Hier het thuisfront, Ginder de missionarissen, de zendelingen, de ontwikkelingswerkers, de emigranten, kortom allen, die in het buitenland verblijven en van hier afkomstig zijn. Het thuisfront en het blad zijn opgericht op 17 februari 1960. In april 1960 verscheen het eerste nummer. Het is een gestencild blad, dat van 4 pagina’s is uitge-groeid tot 14 of 16 per maand en in een oplage wordt afgedrukt van 1300. In dit blad worden plaatselijke nieuwtjes opgenomen, maar vooral ook de vele berichten uit het buitenland en speciaal de noden aldaar krijgen aandacht. Vanaf 1969 zijn er regelmatig beschrijvingen opgenomen van oude gebouwen en van opgravingen en andere historische gegevens, zoveel mogelijk met tekeningen of foto’s erbij. Van die gebouwen zijn er al ongeveer 100 geplaatst en de voorraad is nog lang niet uitgeput. Vele acties zoals Memisa, Miva, Solidaridad, Nederlandse Missionaris worden in het blad ondersteund, terwijl de acties voor de eigen missionarissen door middel van fancy-fairs, recepties e.d. extra aandacht krijgen. Met het Missiethuisfront vormt het blad één geheel en, samen zijn ze er in geslaagd om duizenden en nog eens duizenden bijeen te krijgen om daarmee het missie-, ontwikkelings- en zen-dingswerk in de Derde Wereld te ondersteunen. Dat rechtstreekse geven, de zeker¬heid, dat er niets verloren gaat, dus niets aan de strijkstok blijft hangen, spreekt de mensen aan en daarom komen er naast de abonnementsgelden extra giften binnen voor het goede doel. Het blad en het thuisfront voorzien in een grote behoefte en dat kon nog wel eens duidelijker worden als de gemeente Bergharen op 1 januari 1984 is opgeheven.

De missionarissen van Haandel, Verheijen, van Oss en Buijs bij de viering van het 20-jarig bestaan van Hier en Ginder.